Wind mee of wind tegen

Zondags is Kortjakje nooit ziek. Door weer en wind bezoekt zij onze samenkomst. Ook deze week zat zij er weer ‘wakker’ bij. Hieronder volgt haar verslag van de preek van 16 februari …

Wind mee of wind tegen

Buiten waaide het erg hard. En binnen? Binnen waaide de Geest, als je het mij vraagt. En de Bijbel waaide open bij Psalm 27. Een Psalm met ‘twee gezichten’. In de verzen 1 t/m 6 is Davids blik duidelijk gericht op Gods lieflijkheid. Hij komt hier tot rust in Gods beschutting. Dit is de bron van waaruit hij leeft. Onder alle omstandigheden is Davids vertrouwen op God. Het is een groot ‘halleluja’. Maar vanaf vers 7 klinkt vanuit de ellende een smeekbede, een klaagzang! Waar is nu die rust van Gods nabijheid?

Ervaar jij dat misschien ook wel eens? Dat je tegen een harde wind in moet fietsen? Dat de rust van Gods nabijheid vér te zoeken is? Zodat het water je tot aan de lippen stijgt?

‘Positief belijden’ houdt niet alle ellende buiten de deur

Ondanks het feit dat David (in vs. 1-6) goed bezig is om ‘positief te belijden’, komen er toch vervelende dingen op hem af. Hij heeft het gevoel aan een smalle richel te hangen. Komt het nog wel goed? Zal God hem nog wel helpen? Het is helemaal niet erg als jij dit soms ook zo voelt en ervaart.

Wachten

Maar oef … wat is het soms moeilijk als het niet lekker loopt in je leven!

In het slotvers van Psalm 27 spreekt David zichzelf toe: ‘wacht op de Here’. Dit is vaak geen makkelijke opdracht. Wij willen liefst meteen geholpen worden. Meteen verhoord worden. Maar soms wordt er schijnbaar voorbijgelopen aan je gebeden. Van David kunnen we leren om te blijven geloven, ook als we (nog) niet zien.

Pinda-gebed

De preek je terugluisteren kan op www.christengemeente.nl/preken/. Dan kun je meteen óók horen wat een ‘pinda-gebed’ is, want dat was een inspirerend voorbeeld van hoe je God kunt betrekken bij alles waarvan je Zijn bedoeling nog niet ziet.

Blessings,
Kortjakje