Vergelding

Obadja? Kortjakje had er nog nooit een preek over gehoord. Thuis aan tafel was het wel eens gelezen, niet eens zo lang geleden. Dat herinnerde zij zich. Het gaat over Gods oordeel over een heidens volk. Veel verder kwam Kortjakje niet, en daarin was zij vast niet de enige.

‘Ouwe krant’

De preek begon met een krantenartikel uit 1938. Niet echt actueel dus, dacht ik. In de loop van de preek kwam de spreker er wel heel even op terug, maar wat we er in onze tijd mee moeten? Mijn tante dacht dat hij misschien bedoelde parallellen te trekken met de situatie nu bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, de niet zo enthousiaste omwonenden van dat hotel in Albergen, ons kabinet dat de gezinshereniging van vluchtelingen wil vertragen. Nou, je moest het zélf maar bedenken, maar hier dacht mijn tante dus aan.

Denken – Daden

De preek bestond uit drie punten. De eerste ging over het menselijk denken. Bij de Edomieten werd het denken beheerst door hoogmoed en (eigen) wijsheid. Hebben wij daar soms ook wel eens last van? Waar heb ik God eigenlijk bij nodig? Het tweede punt ging over de daden die uit dat onafhankelijke denken kunnen voortkomen. Bij de Edomieten was dat weinig goeds. Zij waren een plaag voor de inwoners van Jeruzalem op de dag dat die stad werd ingenomen door de Babyloniërs. Edom, de afstammelingen van Esau, toonde zich niet echt een ‘broedervolk’ van Israël, de nakomelingen van Jakob.

Dag van de HEER

Obadja spreekt net als veel andere profeten over de Dag van de Heer. Dat is ‘troostrijk’ voor degenen die bij Hem horen. God belooft eenmaal álles recht te zetten. Vergelding. In het geval van Edom is in dit tijdelijke, ondermaanse bestaan al een oordeel voltrokken. En eens komt er een Dag dat God over alle volken recht zal spreken. Kijk je daar naar uit, of beangstigt het je?

De spreker las tot slot twee teksten: ‘wie in Christus Jezus zijn worden niet meer geoordeeld’ (Romeinen 8:1) en ‘aan de HEER zal het koningschap toebehoren’ (Obadja 21).

Blessings,
Kortjakje