Kortjakje is geen ezel

Kortjakje heeft soms zo haar eigen gevolgtrekkingen uit een preek.

Onthaal in Jeruzalem

De preek van afgelopen zondag ging over de manier waarop Jezus, vlak voor het einde van zijn leven, Jeruzalem binnenkomt. Op de rug van een ezelsveulen. De mensen die erbij zijn worden enthousiast en onthalen Hem als een koning. En ze roepen zoiets als: “Redt ons nu!” We lazen deze ochtend Marcus 11:1-11. Daaraan voorafgaand hadden we Exodus 13:13 gelezen. Daaruit blijkt dat de Israëlieten voor elk eerstgeboren (mannelijk) ezelsveulen een lam moesten offeren om het vrij te kopen. In diezelfde tekst staat dat dit ook geldt voor elke oudste zoon. Ezels en zonen…

Jongens zijn ezels

Voor míj was de conclusie duidelijk: jongens zijn ezels. Maar dit zei de spreker niet zo letterlijk. Hij maakte meer een vergelijking tussen het veulen dat Jezus droeg, en ons mensen. Voor beide moest een Lam worden geofferd: Jezus.

Profetieën gingen in vervulling

De spreker haalde nog enkele teksten uit het Oude Testament aan. Ik kon het niet allemaal bijhouden. Maar in ieder geval kwam Zacharia 9:9 voorbij. De intocht van Jezus in Jeruzalem was een duidelijke vervulling van wat daar staat:

“Juich, vrouwe Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin.”

Op gelijke hoogte

Jezus kwam niet als iemand die hoog boven het volk verheven is, zei de spreker. Hij kwam op de rug van een ezelsveulen. Op ooghoogte van de mensen rondom. Dit vond ik een mooie gedachte. Een echte Mensenzoon, die naast ons wil staan! En intussen wist Hij maar al te goed waarnaar Hij op weg was. Hij, de Zoon van God en van mensen, zou het Lam zijn dat wordt geofferd om ons vrij te kopen. Zo kunnen we naar Hem kijken, nu we – in de veertigdagentijd – op weg zijn naar de lijdensweek. Op weg naar Jeruzalem. En naar Golgotha (brrr).

Blessings,
Kortjakje