Een patatje minder

Kortjakje kreeg er trek van. Niet alleen ging de preek een aantal keren over hutspot; ook de koektrommel kwam voorbij en hij eindigde met patat. Tussendoor heeft Kortjakje het in deze blog dan ook nog over babi pangang maar dat heeft zij er zelf bij verzonnen. De apostel Paulus zou Kortjakje er vast om vermaand hebben in de trant van: ‘je buik is je afgod’. En – zo leggen wij als redactie ter overweging aan u voor: – hoe zit dat bij u, waarde lezer?

Hutspot

Had jij ook zo’n trek in hutspot, na afloop van de dienst zondag? Een lekker bord hutspot, met of zonder zo’n ongezonde rookworst? Tijdens de preek liep me het water in de mond, maar het leek er steeds meer op dat de spreker er niet zo positief over was…

Mottenballen

Afgelopen zondag lazen we over de leerlingen van Jezus die erop uit werden gestuurd om het Koninkrijk van God aan te kondigen, in Lucas 10:1-9. In de preek die volgde hoorden we allerlei praktische ‘vertalingen’ voor de missie van christenen in onze tijd. Jezus zei dat de leerlingen niet van alles moesten meenemen. Zelfs hun schoenen moesten ze thuis laten. Zo moeten zendelingen in onze tijd ook veel achterlaten. Vooral – het kwam herhaaldelijk om de hoek: – hun pannetje met hutspot. In feite stond dit symbool voor allerlei culturele bagage die je soms ongemerkt met je meesjouwt. Zo was het enkele decennia geleden heel normaal dat een voorganger/zendeling een pak met stropdas droeg. Dat vonden ‘wij’ (of als je net als ik bij de jongere generatie hoort: onze voorouders) hier heel normaal. Een prediker moest er toch keurig netjes uitzien! Gevolg is dat midden in de tropische gebieden in Afrika ook nu nog veel predikers – ook al zijn ze native-Africans – in zo’n kostuum rondlopen. Dát is immers ‘christelijk’. Voor de aardigheid had de spreker ook een pantalon, colbert en stropdas uit de mottenballen gehaald. Tja, dat zag er inderdaad wat gedateerd uit.

‘Chez moi’ en babi pangang

Nu had de spreker zelf jarenlang als zendeling in het Frankrijk gewoond. Voor hem was dat zijn nieuwe thuis geworden. Vandaar zijn uitdrukking ‘chez moi dans le midi’, wat zoiets schijnt te betekenen als ‘bij mij in het zuiden’. Hij voelde zich er thuis en dat schijn je als zendeling ook te moeten doen. Zoals Hudson Taylor in China (19e eeuw?) ook in Chinese kledij rondliep. Ja, dat lijkt me ook wel wat. Geef mij maar babi pangang!

Ondertussen leerde de spreker ons dat als je in het Frans wilt zeggen dat je visite onderhand eens moet opzouten, je dan de koekjestrommel meteen na het presenteren van een koekje moet dichtklappen.

Tips & tricks

Maar, o ja, de preek. Nou die zat vol met tips & tricks voor zendelingen in het land waar zij hun bediening uitoefenen, én voor de omgang van het thuisfront met ‘hun’ zendelingen. De leerlingen van Jezus moesten met lege handen en open armen op hun doel af, in volkomen afhankelijkheid van hun Heer Jezus. En het is goed om niet meteen te beginnen jouw verhaal af te steken, maar eerst goed te observeren en te luisteren naar de mensen waaronder je je begeeft. Een mooie manier hiervoor is om de ander om hulp te vragen bij dingen die je zelf nog te leren hebt; dat schept een band.

Schaamrood

In het slot van de preek kregen we nog even serieus de wind van voren over het ondersteunen van de zendelingen die vanuit onze gemeente erop uit gestuurd zijn. Hoe is het mogelijk dat zo’n uitgezondene soms niet eens een fatsoenlijke woning ter beschikking heeft? Hoe is het mogelijk dat zo iemand het moet doen met een maandelijks fooitje van minder dan de helft van het minimumloon in Nederland?!

“Eet allemaal een patatje minder, en die zendeling kan normaal rondkomen”, zo maakte de spreker de boodschap meteen praktisch.

Als ik goed heb opgelet zag ik bij sommige mensen het schaamrood op de kaken verschijnen…. En terecht!

Blessings,
Kortjakje.