Soms word je wakker geschud. Soms prikkelt een preek. Soms wordt er iets bij de hoorder losgemaakt. De tante van Kortjakje had hier ook ‘last van’. Maar ze gaat écht niet in een vliegtuig om onze zendelingen te bezoeken. Echt niet!
Geld
De preek van afgelopen zondag was nogal confronterend voor mijn tante. Trouw geeft zij elke maand haar ‘tienden’ en zelfs (een beetje) meer om de lokale kerk overeind te houden, én de zendelingen te ondersteunen. Als er nieuwsbrieven van het zendingsveld zijn, spit zij ze tot de laatste punt en komma door. En soms – de laatste jaren steeds vaker – maakt zij ook geld over voor eenmalige acties van Tearfund, Odini Malawi of Open Doors. Bijvoorbeeld wanneer er ergens een ramp heeft plaatsgevonden of een oorlog desastreuze gevolgen heeft voor de burgerbevolking.
En toen kwam déze preek. Die ging bijna niet over geld!
Lucas
Dokter Lucas schrijft in het laatste hoofdstuk van zijn Evangelie:
46Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat Hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem.
De spreker concludeerde hieruit dat de opdracht om alle volken op te roepen zich te bekeren, voor álle christenen geldt. (En volgens mijn wijze opa heeft hij dit helemaal goed geconcludeerd.) Maar tante zat hierbij te sputteren. We hebben toch niet voor niets zendelingen? Maar dat woord was volgens de spreker ook al een beetje verdacht. Maar die zendelingen brengen toch het Evangelie naar al die mensen aan de andere kant van de wereld? Nou, dat kan, maar de spreker benadrukte dat de opdracht gewoon moest beginnen in Jeruzalem, de plek waar de leerlingen toen waren. Dus: in je eigen woonomgeving beginnen. En dat niet uitbesteden aan mensen die je betitelt als ‘evangelist’ of ‘zendeling’. Na afloop van de preek werd dit nog mooi geïllustreerd door een getuigenis van iemand die het evangelie met zijn oom had gedeeld. En die oom was op zijn sterfbed tot geloof gekomen.
Te dichtbij
Voor tante kwam die hele boodschap een beetje te dichtbij. Dat was wel duidelijk. Totdat ik haar vroeg: “Hoe bent u eigenlijk tot geloof gekomen, tante?” Tja, toen moest zij eerlijk bekennen dat haar vroegere buurvrouw haar had meegevraagd naar een kerstviering… Tante keek me even vragend aan. Schudde toen haar hoofd, en keek met dromerige ogen in de verte. Ik kreeg de indruk dat op dit moment iets van de boodschap van deze zondag tot tante begon door te dringen.
Kloof verkleinen
Wanneer we tot het besef zijn gekomen dat het uitdelen van het evangelie iets is dat we allemaal mogen doen, is er al veel gewonnen. Maar de spreker wilde niet ontkennen dat er ook nog steeds mensen ver weg kunnen zijn ‘uitgezonden’ om op speciale plekken de blijde boodschap te brengen. Hij legde uit dat de apostel Paulus drie verschillende beelden gebruikte om het delen van het evangelie te verduidelijken. Misschien kan dit de kloof tussen zendelingen en de gemeente verkleinen:
- Sámen lopen we de wedloop (Fil.1:27 en 4:3)
- Sámen-werken (1Kor.3:9 en Rom.16:3)
- ‘Koinonia’ -Grieks voor ‘gemeenschap’ of: ‘als een grote familie met elkaar omgaan’ (Fil.1:4 en Hand.1:42)
Het uitdelen van de blijde boodschap op verre plaatsen, vraagt verbondenheid. Jij en mijn tante kunnen iets doen om die verbondenheid gestalte te geven. Het mooist is het als je die zendeling eens opzoekt. Voor tante met haar vliegangst is dat helaas niet zo eenvoudig. Maar er zijn ook andere manieren. Leef met elkaar. Leef met elkaar mee!
En – zo sloot de preek af – wees je ervan bewust wat een voorrecht het is om bij het uitvoeren van Jezus’ opdracht betrokken te zijn. Oók als mensen hier met mensen ‘daar’.
Blessings,
Kortjakje