Israëls God

Kortjakje haalt weer haar eigen ‘krenten uit de pap’. Soms vragen wij ons van de redactie af, of we haar niet teveel ruimte geven. Een prekenblog moet het zijn, Kortjakje!

Israëls God

Afgelopen zondag was het Israëlzondag. Dat is geen dag om Israël de lucht in te prijzen, maar een dag om God te prijzen. Dat heb ik er in elk geval van begrepen. Het gaat er niet om hoe goed (of niet goed) Israël is, maar hoe goed God is. Het gaat niet om de trouw van Israël, maar om de trouw van God. En die goedheid en trouw van God kun je zien wanneer je let op hoe God in de Bijbel met Israël omgaat.

Daarom spreekt mijn opa ook liever van ‘Israëls God’ dan van ‘de God van Israël’[1]. In een ingewikkelde discussie die opa na afloop met iemand voerde, hoorde ik hem dit nogal uitdrukkelijk zeggen. “Als je zegt: ‘de God van Israël’, lijkt het alsof God het eigendom van Israël is en Israël over God kan beschikken. Maar zo is het niet”, aldus mijn opa, “het is andersom: Israël is Gods eigendom en God wil in Israël laten zien Wie en hoe Hij is”. Ja, zoiets meende ook ik in de preek te hebben beluisterd.

Bramen of doornen

De spreker haalde in het begin van zijn preek Exodus 3 aan, met dat adembenemende verhaal over Mozes die rechtstreeks met God in contact kwam, terwijl hij rustig schapen en geiten aan het hoeden was. En dan ziet hij opeens een struik in de fik staan. Ik weet niet of dat toen net zo vaak voorkwam als tegenwoordig in Spanje en Zuid-Frankrijk. In elk geval wekte het vuur Mozes’ belangstelling. Volgens oudere vertalingen woedde het vuur in een braambos, maar nieuwere vertalingen spreken van een doornstruik. Doet er niet toe. God zelf sprak Mozes aan. Mozes moet zijn sandalen uitdoen en niet te dichtbij komen, want de plaats waar het vuur brandt is heilig. En dan stelt de Here God zich aan Mozes voor: “Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob”.

Duizelingwekkend

Wat een duizelingwekkende ontmoeting moet dit voor Mozes geweest zijn. Hij bedekte zijn gezicht voor deze indrukwekkende God! En toch … God is niet alleen vreeswekkend, niet alleen hoogverheven, niet alleen de volstrekt Andere. God is óók de God van Abraham. Ja, Abraham dat was een grote man Gods. En God is óók de God van Izak, en van Jacob. Ja, dat zijn de stamvaders van het volk. Grote namen natuurlijk. Maar God noemt Zich ook de God van Mozes’ vader! Dat klinkt voor Mozes toch heel dichtbij. De God van Mozes’ eigen vader. Amram heette die. Dus … dus God is voor Mozes óók een God van dichtbij!?

Ook van mij

Ja, lieve lezers, ik dwaal weer af van de preek. Maar deze woorden uit de Bijbel kwamen zo even op mij af. De God van Israël (of: ‘Israëls God’) is óók de God van Amram, van Mozes en van al die andere Israëlieten. En zelfs van mij! Zo lang ik maar niet denk dat Hij van mij is en ik over Hem kan beschikken, natuurlijk.

Nou, mijn blad is alweer vol. De preek die moet u verder maar weer zelf terugluisteren. Ik hoop dat het me volgende week weer lukt om wat beter bij de les te blijven…

 

Blessings,
Kortjakje

 

[1] Navraag bij mijn leraar Nederlands leert trouwens dat mijn opa taalkundige spijkers op laag water zoekt. ‘Israëls God’ betekent ook gewoon ‘de God van Israël’.