Kortjakje is er weer! Elke week weer… Prijs de Heer?
Vrolijk onbescheiden
Hoe begin je je preek? Ik heb er de afgelopen dagen herhaaldelijk over nagedacht. Stel dat ík eens een preek zou mogen houden. Hoe zou ik – daar op dat mooie podium, achter die flitsende, transparante lessenaar – dan beginnen? ‘Hallo gemeente’? Klinkt me wat te simpeltjes. ‘Een hele goede morgen’? Nee, dan zou ik de oudste van dienst herhalen. ‘Fijn dat ik weer in uw midden mag zijn vandaag’? Klinkt me wat te heilig (voor mij dan hè?).
De spreker van afgelopen zondag had zijn eigen variant. En hoe je het ook beoordeelt, origineel was hij wel: “Daar ben ik weer – Prijs de Heer!’ In deze tijd, waarin de goede Sint met zijn Pieten het land weer onveilig maakt, een heel toepasselijk eindrijm. Hij had er nog een variant op ook: “Weer of geen weer – prijs de Heer”. Dit zal menig christelijk opvoeder goed gedaan hebben, want ‘wie scheldt op het weer, scheldt op de Heer’ kreeg ik vroeger altijd ingepeperd.
Licht
Maar ik moet het in dit blog vooral over de inhoud van de preek hebben, nietwaar? Dus laat ik daar maar snel mee beginnen, want de spreker was bijna niet bij te houden. Zijn preek ging over het Licht dat naar deze wereld is gekomen. We lazen eerst een vers (41) uit Johannes 12 en later de eerste verzen uit Jesaja 9. Voordat onze spreker van deze ochtend tot bekering kwam, wist hij niet dat in het Oude Testament ook al over de Here Jezus wordt gesproken. Maar dit is hier een duidelijk voorbeeld van. In de diepste duisternis van deze wereld is een Licht opgegaan. En Jesaja mocht hiervan profeteren ook al zou het nog 700 jaar duren voordat de Here Jezus daadwerkelijk werd geboren.
Namen
In Jesaja 9:5 worden verschillende namen genoemd, die heel toepasselijk zijn. De Here Jezus wordt genoemd:
- een Kind (is ons geboren): Hij kwam als Mens onder de mensen.
- een Zoon (is ons gegeven): Hij wás er altijd al, maar werd aan de wereld gegéven.
- Wonderlijk: zo noemde de ‘Engel van de Heere’ volgens Richteren 13:18 Zijn naam, toen de ouders van Simson Hem ernaar vroegen. Met de Engel van de Heer wordt in het OT (mogelijk) de Here Jezus bedoeld – de ouders van Simson hebben Hem al gezien!
- de heerschappij rust op Zijn schouder – er staat niet ‘schouders’, maar enkelvoud: ‘schouder’. Die heerschappij vormt voor Hem geen last. Hij kan het aan.
- Raadsman: in Hem, Christus, woont alle wijsheid van God (Kol.2:3).
- Sterke God: wat zijn wij, net als Mozes indertijd, bevoorrecht! Deze sterke God gaat met ons mij. Hij altijd bij je. Hij is de ‘Ik ben’.
- Eeuwige Vader: ja, want de eeuwige Zoon is één met de eeuwige Vader. “Ik en de Vader zijn één”, zei Hij.
- Vredevorst: dit is Hij voor jou en voor iedereen die Hem aanneemt. Maar als je Hem afwijst blijft de toorn van God op je rusten (Johannes 3:36). Hij geeft je vrede met én vrede van God.
Het was afgelopen zondag de eerste zondag van Advent. Daarom noemde de spreker dit alles bij elkaar een mooi geboortekaartje. Met zoveel namen zou het wel een beetje een vol kaartje worden, denk ik. Maar voor de Here Jezus mag dat ook wel. Wie is er meer bijzonder dan Hij?
Blessings,
Kortjakje